Pensioenrekening

Pleidooi voor individuele pensioenrekening van

De JOVD, Jonge Socialisten en Jonge Democraten

Het voorstel richt zich op de zogenaamde 2e pijler van ons pensioenstelsel. De grootste winstpunten zijn dat pensioengerechtigden meer inkomenszekerheid en deelnemers meer zeggenschap zullen krijgen. Het wordt mogelijk zelf een pensioenuitvoerder te kiezen. Deze keuzevrijheid betekent echter niet dat de keus gemaakt kan worden om níet te sparen.

De pensioenpremie en het rendement daarover wordt bijgehouden op een persoonlijke rekening. Hierdoor komt er een einde aan de belangentegenstelling tussen generaties. Bovendien zal de in onze ogen perverse solidariteit van laag- naar hoogopgeleide pensioenspaarders ingedamd worden. De metaalwerker zal niet meer aan het pensioen van zijn eigen manager hoeven mee te betalen. Zelfstandigen gaan meedelen in de voordelen van het tweede pijler pensioen. De uitvoeringskosten zullen omlaag gaan, iets wat alle pensioenspaarders ten goede zal komen.

  1. De bestaande verplichting tot het betalen van pensioenpremies wordt een algemene spaarplicht. Iedere in Nederland werkende belastingplichtige moet minimaal een deel van zijn inkomen, tot een bepaald bedrag, sparen voor zijn pensioen. Anders dan nu geldt dit dus ook voor ZZP’ers. De overheid stelt de verplichte spaarpremie zodanig vast dat een redelijk pensioen haalbaar is.
  2. Deelnemers krijgen binnen zekere grenzen de vrijheid om te kiezen wanneer hun pensioen ingaat,  en tevens de vrijheid om meer dan het wettelijk minimaal verplichte pensioen te sparen. Aan de fiscale voordelen van het pensioensparen zit echter wel een maximum verbonden.
  3. Werkgevers zijn net als bij de inkomstenbelasting ‘inhoudingsplichtig’. Dat betekent dat werkgevers automatisch het verplichte spaarbedrag inhouden en storten op een persoonlijke pensioenrekening. De persoonlijke pensioenrekening is nieuw ten opzichte van het huidige stelsel, waarin de pensioenpremie en het rendement daarover opgaat in het collectieve fonds.
  4. De werknemer mag zelf kiezen bij welke erkende pensioenuitvoerder het geld wordt ondergebracht. De gespaarde premies worden door de pensioenuitvoerder echter wel collectief belegd. Op deze manier wordt persoonlijke vrijheid gecombineerd met de schaalvoordelen van collectief sparen. Om hoge transactiekosten te voorkomen worden enige grenzen aan switchen gesteld.
  5. Omdat het pensioen momenteel gebonden is aan de werkgever hebben we op dit moment ongeveer 400 werkgever- of sectorgebonden fondsen met elk een eigen pensioenregeling en een eigen bestuur. Doordat in het nieuwe stelsel mensen de vrijheid hebben zelf te kiezen bij welke uitvoerder ze sparen is de band met de sector of werkgever niet meer nodig. Dit zal het aantal uitvoerders helpen terugdringen en daarmee de efficiënte ten goede komen.
  6. De beleggingsstrategie van de pensioenfondsen wordt zo ingericht dat naarmate een persoon dichter bij zijn gewenste pensioenleeftijd komt, de beleggingsstrategie minder risicovol wordt.  De overheid zal voorschrijven binnen welke marges dit risico zich mag bevinden en houdt toezicht zodat pensioenuitvoerders hieraan voldoen. Dit alles zorgt ervoor dat elke leeftijdsgroep de risico’s draagt die bij hun levensfase past. In het huidige stelsel is dat niet mogelijk en moeten jong en oud het doen met een ’one-size fits all’  beleggingsbeleid. Gepensioneerden dragen daardoor meer risico’s dan wenselijk is.
  7. De overheid ziet er op toe dat pensioenspaarders goed door de pensioenuitvoerders geïnformeerd worden over hun tot dan toe opgespaarde pensioenen, de verwachtte uiteindelijke pensioenuitkering en de risico’s die gelopen worden.
  8. Nieuwe pensioenuitvoerders hebben de vrijheid om tot het stelsel toe te treden.  Zij moeten in het bezit zijn van een vergunning die door de toezichthouder wordt afgegeven. Door uitvoerders te beperken in de verschillende soorten kosten die zij kunnen inhouden worden de uitvoerders eenvoudig te vergelijken. Daarnaast stelt de overheid eisen die ervoor zorgen dat deze kosten zichtbaar en helder worden gecommuniceerd. Zo worden praktijken zoals we kennen uit de woekerpolisaffaire voorkomen.
  9. Net zoals  in het huidige stelsel zal het sterfterisico collectief gedeeld worden. De opgebouwde tegoeden van pensioenspaarders die voortijdig overlijden komen ten goede aan deelnemers die juist langer leven. Zo wordt voorkomen dat mensen die langer leven dan verwacht geconfronteerd kunnen worden met een lege pensioenrekening.
  10. De overgang naar een nieuw systeem maakt een goede overgangsregeling noodzakelijk. Zodra het nieuwe systeem voor het aanvullend pensioen is ingevoerd, worden alle nieuwe pensioenen opgebouwd volgens de nieuwe systematiek. Reeds opgebouwde rechten worden niet aangetast. Op vrijwillige basis mag men echter wel besluiten bestaande rechten over te dragen naar het nieuwe systeem.