Pensioenstelsel in Nederland wordt minder
Pensioenstelsel in Nederland wordt minder
Nederland daalt op ranglijst pensioenstelsels
Nederland glijdt verder af op de wereldranglijst van beste pensioensystemen ter wereld. De tweede plaats die ons land sinds 2012 innam, is afgestaan aan Australië. Dat blijkt uit de jaarlijkse Global Pension Index van Mercer. Denemarken veroverde in 2012 al de eerste plaats op Nederland. Vorig jaar waarschuwde Mercer al voor een verdere teruggang.
De Global Pension Index vergelijkt de oudedagsvoorziening van 25 landen – goed voor bijna 60% van de wereldbevolking. De wereldwijde gemene deler is dat pensioenstelsels in Westerse landen onder druk staan. De oorzaken daarvan zijn echter voor ieder land uniek.
Denemarken, dat in 2012 al de eerste plek van Nederland overnam, blijft op nummer 1 staan. Finland eindigde op de vierde plaats, Zwitserland als nummer 5. Japan, India, Zuid-Korea en China kwamen er het slechtst vanaf.
Beter
Absoluut gezien scoort het Nederlandse pensioenstelsel beter dan vorig jaar. Op een schaal van 0 tot 100 krijgt het Nederlandse stelsel 79,2 punten, tegenover 78,3 vorig jaar. De toekomstbestendigheid van ons stelsel is met 76,3 punten verbeterd ten opzichte van vorige jaren. De mate waarin onze pensioenen in een leefbaar minimuminkomen kunnen voorzien scoort lager, van 77 punten in 2012 tot 75,3 punten nu. Deze maatstaf weegt zwaar. Op het gebied van bestuur, deelnemersbescherming en de regulering van particuliere pensioenaanbieders (integriteit) is met 89,4 punten een licht stijgende lijn zichtbaar.
Denen
De Denen hebben een totaalscore van 82,4 punten. Dat lijkt een klein verschil, maar inlopen is een flinke klus. Tim Burggraaf, pensioendeskundige bij Mercer : ‘Er is een aantal verbeteringen die het Nederlandse systeem robuuster zouden maken en een hogere score zouden opleveren. Een harde minimum pensioenleeftijd bijvoorbeeld, zodat voor iedereen duidelijk is welke uitkeringen bedoeld zijn voor pensioenen. Dat maakt het moeilijker om ermee te morrelen.”
“Ook moeten huishoudens naast de AOW en het pensioen van de werkgever meer sparen voor hun oudedagsvoorziening. De overheid bouwt het fiscaal vriendelijke regime daarvoor af, terwijl ze het juist beter moeten faciliteren. Bovendien is in Nederland de arbeidsparticipatie van oudere medewerkers aan de lage kant, en dat heeft nadelige gevolgen voor de pensioenopbouw. Ten slotte zou het stelsel het opgebouwde kapitaal beter moeten beschermen tegen fraude, slecht management of faillissement van werkgevers.”