Onbeperkt bijverdienen na 65 met behoud van pensioen

11 januari 2013 Onbeperkt bijverdienen na 65 jaar met behoud van pensioen 
De ministerraad heeft vandaag in eerste lezing een ontwerp van koninklijk besluit en een wetsontwerp goedgekeurd dat de toegelaten arbeid bij het pensioen regelt. Het ontwerpbesluit en het wetsontwerp worden nu voorgelegd aan de Raad van State. De regels zullen gelden vanaf inkomstenjaar 2013.

“Mensen met een lange loopbaan van 42 jaar of langer kunnen voortaan onbeperkt bijverdienen met behoud van hun pensioen. Dit is een belangrijke stap vooruit,” zegt vice-premier en minister van Pensioenen Alexander De Croo.

Ook voor mensen met een minder lange loopbaan versoepelen de regels en worden de bestaande plafonds na jaren van stagnatie eindelijk geïndexeerd. “Dat is bijvoorbeeld belangrijk voor weduwen met een overlevingspensioen. Zij mochten steeds minder bijverdienen en werden zo uit de arbeidsmarkt geduwd.”

Daarnaast worden ook een aantal belangrijke administratieve vereenvoudigingen doorgevoerd. Zo zullen de drie pensioendiensten voortaan de wettelijke regels op dezelfde manier toepassen wat veel meer zekerheid geeft aan mensen met een gemengde loopbaan. Ook de aangifteplicht verdwijnt, zowel voor de gepensioneerden als voor de werkgevers.

Krachtlijnen van de nieuwe regeling

1. Onbeperkt bijverdienen voor 65-plussers met een lange loopbaan

Voor 65-plussers die minstens 42 loopbaanjaren bewijzen, wordt de inkomensgrens volledig afgeschaft. Zij mogen onbeperkt bijverdienen met behoud van hun pensioen.

2. Belangrijke versoepelingen voor gepensioneerden met een minder lange loopbaan

Voor gepensioneerden die geen 42 loopbaanjaren hebben of jonger zijn dan 65 jaar, blijven de inkomensgrenzen van toepassing. Voor hen komt er wel een belangrijke versoepeling.Tot nu toe wordt het pensioen proportioneel verminderd bij een overschrijding van het grensbedrag van minder dan 15%. Bij een hogere overschrijding wordt het pensioen volledig geschorst. Voortaan zal een grotere overschrijding mogelijk zijn. Tot een overschrijding van het grensbedrag met minder dan 25% volgt een proportionele vermindering van het pensioen zijn.Binnen de voorziene budgettaire marge is het onmogelijk om de sanctie volledig proportioneel te maken: de budgettaire meerkost zou oplopen tot meer dan 100 miljoen euro omdat er bij een volledig proportionele sanctie een groot aantal extra pensioenen in gedeeltelijke betaling zou komen.
Bovenop de versoepeling, zullen de inkomensgrenzen voortaan ook geïndexeerd worden. Er is een onmiddellijke indexering van 2%. Vanaf 2014 volgen de inkomensgrenzen de automatische indexering voor werknemers.Die indexering is belangrijk omdat op deze manier het huidige probleem wordt vermeden waarmee velen – in het bijzonder weduwen die een overlevingspensioen combineren met een deeltijdse beroepsactiviteit – geconfronteerd worden: door de stagnatie van de grensbedragen moet men de beroepsactiviteit afbouwen om de inkomensgrenzen te respecteren en het pensioen te kunnen blijven ontvangen. Wanneer men al een rustpensioen ontvangt zal men geen pensioenrechten meer opbouwen.
Voor gezinspensioenen blijft de huidige regeling behouden: bij overschrijding van het grensbedrag dat geldt voor de echtgenoot, wordt het pensioen omgezet naar het pensioen van een alleenstaande.

3. Administratieve vereenvoudigingen en schrapping van de aangifteplicht

Voor een bepaald kalenderjaar geldt voortaan voor de gepensioneerde slechts één grens, en wel de voor hem voordeligste. Wie bijverdient bij zijn pensioen zal dus in de loop van een kalenderjaar niet meer van categorie wijzigen. De drie categorieën zijn: (1) enkel overlevingspensioen en jonger dan 65 jaar, (2) rustpensioen of rust- en overlevingspensioen en jonger dan de wettelijke pensioenleeftijd (in principe 65 jaar, maar lager voor speciale regimes) en (3) rust- of overlevingspensioen vanaf de normale pensioenleeftijd. De wijziging van categorie zorgde voor verwarring en onverwachte overschrijdingen van de inkomensgrenzen.Op deze algemene regel wordt één uitzondering voorgesteld, namelijk het jaar waarin men de 65-jarige leeftijd bereikt. De toelating om aan hogere grenzen of onbeperkt bij te verdienen vanaf 1 januari van het jaar waarin men 65 wordt, zou de vervroegde opname van het pensioen in dit jaar kunnen stimuleren. Om dit ongewenste effect te vermijden, wordt het systeem van fractionering van de inkomensgrens behouden voor het kalenderjaar waarin men 65 jaar wordt.
Zoals reeds herhaaldelijk aangeklaagd door de Ombudsdienst Pensioenen bestaan er in de huidige wetgeving en in de toepassing ervan verschillen tussen de pensioeninstellingen die er toe leiden dat de instellingen voor dezelfde persoon in dezelfde situatie een andere beslissing nemen. Om dit te vermijden wordt het begrippenkader geharmoniseerd en zal de wetgeving uniform toegepast worden.Steeds zal het fiscaal criterium voor de bepaling van de beroepsinkomsten toegepast worden. Zo zal bijv. dubbel vakantiegeld niet aangerekend worden als beroepsinkomen, het vakantiegeld aangerekend worden in het jaar van uitbetaling en niet het jaar voordien (waarop het bedrag gebaseerd is).
De administratieve formaliteiten worden tot een minimum beperkt, zowel voor de gepensioneerde als voor zijn werkgever. De pensioeninstellingen zullen de nodige gegevens uitwisselen om werkende gepensioneerden te controleren. In plaats van de aangifteverplichting waarop enkele uitzonderingen bestaan, komt er een algemene vrijstelling van aangifte. De vrijstelling van aangifte geldt zowel voor de gepensioneerde als voor de echtgenoot van de genieter van een gezinspensioen.
De aangifteplicht voor de werkgever wordt volledig afgeschaft. Enkel in de gevallen waarin pensioeninstellingen zelf niet aan de gegevens kunnen komen, die nodig zijn om een controle uit te kunnen voeren, blijft de aangifte verplicht. Dit is bijv. het geval voor bestuursmandaten en voor beroepsactiviteiten in het buitenland.

Bron: http://www.alexanderdecroo.be/onbeperkt-bijverdienen-na-65-jaar-met-behoud-van-pensioen/